Recent onderzoek toonde aan dat contact met het virus dat klierkoorts veroorzaakt (Epstein-Barr virus, EBV), noodzakelijk is voor het ontstaan van MS. Na infectie blijft het virus aanwezig in een van de cellen van ons immuunsysteem, de B cel. Het mechanisme waardoor dit virus bij sommige mensen MS veroorzaakt is momenteel nog onduidelijk. EBV-geïnfecteerde B cellen geven kleine vesikels (exosomen) af in lichaamsvochten zoals bloed of hersenvocht. Deze exosomen zijn gevuld met cellulair materiaal, waaronder ‘microRNA’s’, kleine stukjes genetisch materiaal, afkomstig van het virus. In dit onderzoek zullen we nagaan of de exosomen in het bloed en hersenvocht van mensen met MS meer of andere EBV-microRNAs bevatten dan mensen zonder de ziekte. Hiervoor gebruiken we bloed en hersenvocht dat werd bewaard na de diagnostische ruggenprik. Daarna zullen we onderzoeken of deze microRNAs kunnen gebruikt worden als een biomerker bij de diagnose of bij de behandeling van MS.

Steun verleend door het Fonds Jean en Marie Henkens-Lecloux, beheerd door de Koning Boudewijnstichting