Online gift

Multiple sclerose en vaccinatie tegen COVID-19

Sinds de eerste golf van de COVID-19-pandemie in februari/maart 2020 en de 2e golf vanaf oktober 2020 verschenen al tal van publicaties over MS, de behandeling ervan en de besmetting met COVID, die voldoende klinische gegevens bevatten om er op z’n minst voorlopige conclusies uit te trekken.

Worden MS-patiënten harder getroffen door Covid-19 ? Neen, behalve…
 
Zo maakten Nora Möhn en medewerkers (Journal of Clinical Medicine, 2020,9:4067) een synthese van de besmetting met COVID-19 bij 873 MS-patiënten, die in verschillende medische vakbladen beschreven werden. Bij 700 van hen is de evolutie van de besmetting gekend. 11% van deze patiënten werden niet behandeld, 36% werden behandeld met Rituximab of Ocrevus (antilichamen tegen CD20), 12% met Copaxone of interferonen, 11% met Gilenya, 9% met Tysabri, 8% met Tecfidera, 7% met Aubagio, 3% met Mavenclad en 1% met Lemtrada. De grote meerderheid (71%) werd niet gehospitaliseerd omdat het om een lichte vorm van de besmetting ging, 22% werd in het ziekenhuis opgenomen, maar had geen beademing nodig, 3% moest op intensieve zorgen beademd worden en 4% is overleden. Van de 28 overleden MS-patiënten kregen er 14 geen behandeling voor hun ziekte, werden er 7 behandeld met anti-CD20 en hadden er slechts 5 geen onderliggende aandoening. Ouderdom, obesitas en hart-vaatproblemen lagen het vaakst aan de basis van een overlijden. Het aantal ernstige gevallen of overlijdens bij MS-patiënten bleef dus in het algemeen vrij laag, en waarschijnlijk bieden de bij MS gebruikte behandelingen bescherming tegen de ernstige vormen van COVID, vooral die met uitgebreide longschade.
 
Een ander recent onderzoek komt van de groep van Barcelona (Ana Zabalza en medewerkers, European Journal of Neurology, ter perse) en is gebaseerd op de klinische evolutie van 93 met COVID besmette MS-patiënten. De incidentie van de besmetting onder al hun MS-patiënten wordt geschat op 6,3%. Dat percentage ligt heel dicht bij en verschilt niet wezenlijk van de incidentie onder de algemene bevolking van Catalonië (6,1%). Van deze 93 patiënten werd 20,4% in het ziekenhuis opgenomen, had 9,7% een ernstige vorm van de ziekte en is 2,2% overleden. De factoren van vatbaarheid voor besmetting met COVID waren niet de behandeling die patiënten kregen, maar het feit dat men in een grootstad (Barcelona) woont, een jongvolwassene is en contact heeft gehad met iemand die positief heeft getest. De enige factor van ernst van de ziekte was een leeftijd boven 60 jaar. Zoals na elke virusinfectie bestaat de mogelijkheid van een opflakkering van MS, wat bij 4 patiënten werd vastgesteld. De besmette patiënten ontwikkelden antistoffen tegen COVID, gaande van 50% (behandelde patiënten) tot 70% (niet behandelde patiënten), maar in veel mindere mate bij patiënten die werden behandeld met anti-CD20 (16%).
 

Deze onderzoeken bevestigen dus dat MS-patiënten niet meer risico lopen om met COVID-19 besmet te geraken dan de algemene bevolking, en geen hoger risico lopen om een ernstige vorm van de ziekte te krijgen.

 

Zijn MS-patiënten prioritair in het vaccinatieplan? Neen, behalve…
 
Wat het vaccin tegen COVID betreft, kunnen we dan ook niet zeggen dat MS-patiënten voorrang moeten krijgen. Dat is alleen zo als ze ouder zijn dan 65 jaar, en aan onderliggende aandoeningen lijden zoals overgewicht, diabetes, verhoogde bloeddruk en hart-vaatproblemen. Als een MS-patiënt snel behandeld moet worden met Lemtrada, Mavenclad of Ocrevus, is het allicht beter om hem/haar vooraf met het COVID-vaccin in te enten, en na de 2e dosis 6 weken te wachten alvorens de behandeling te starten. Deze vaccinatie brengt geen enkel risico mee als men behandeld wordt met de eerstelijnsgeneesmiddelen (interferonen, Copaxone, Aubagio, Tecfidera) of een tweedelijnsbehandeling krijgt met Tysabri of Gilenya. Indien reeds een behandeling met Lemtrada of Mavenclad werd toegediend, zou de vaccinatie met het oog op een maximale doeltreffendheid 6 maanden later kunnen plaatsvinden. Bij een behandeling met Ocrevus is het raadzaam om 12 weken na de vorige kuur en 6 weken vóór de volgende te vaccineren. Er zijn geen gegevens of rapporten die laten uitschijnen dat bij MS-patiënten vaker bijwerkingen optreden dan bij de algemene bevolking. Laat ons herhalen dat geen enkel vaccin tegen COVID gebaseerd is op een levend afgezwakt virus zoals bijvoorbeeld het vaccin tegen gele koorts.
 

Globaal bekeken zijn de gepubliceerde gegevens over MS en COVID-19 geruststellend. Dat belet niet dat we ons verder moeten houden aan de geldende regels voor de algemene bevolking, zoals een mondmasker dragen, de handen wassen en afstand houden.

 
Prof. Christian SINDIC
Voorzitter
22.03.21