Meestal treden de eerste symptomen van Multiple sclerose (MS) op bij volwassenen tussen de leeftijd van 20 en 50 jaar. Af en toe worden de eerste verschijnselen bij kinderen of ouderen waargenomen. Merkwaardig genoeg bepaalt de leeftijd waarop MS begint, ook hoe de ziekte zich presenteert.
De meest voorkomende vorm van MS, de “relapsing remitting” vorm, begint doorgaans op jonge leeftijd en wordt gekenmerkt door het optreden van neurologische verschijnselen die opkomen (relapse) en weggaan (remission). Deze episodes worden opflakkeringen, aanvallen of exacerbaties genoemd. Over verloop van jaren treedt bij de meerderheid van deze personen een geleidelijke achteruitgang op, secundaire progressie genoemd. Deze progressie uit zich onder de vorm van een geleidelijk aan toenemende krachtvermindering, gangmoeilijkheden en/of geheugen-en concentratiestoornissen.
Minder frequent, bij 10-15% van de personen, presenteert MS zich op latere leeftijd, met zeer geleidelijk aan toenemende klachten, zonder duidelijke begindatum. Dit is de primair progressieve vorm van MS.
Waarom meer vrouwen dan mannen?
De vraag waarom meer vrouwen dan mannen MS ontwikkelen is niet opgelost. Vrouwen krijgen doorgaans op iets jongere leeftijd de eerste symptomen van MS. De gevoeligheid voor een vroegere start lijkt samen te hangen met de reproductieve periode van vrouwen (dit is de periode van mogelijke zwangerschappen). Mannen hebben minder vaak MS. Bij de “relapsing remitting” vorm van MS worden 2 tot 3 maal zo veel vrouwen getroffen als mannen. Bij de primair progressieve vorm van MS zijn er evenveel mannen als vrouwen.
Het voorkomen van MS lijkt toe te nemen, en dat bij vrouwen. Aangezien de toename over enkele tientallen jaren tijd heeft plaatsgevonden, is dit niet toe te schrijven aan genetische factoren. Het is momenteel niet duidelijk welke factoren uit de omgeving hiervoor verantwoordelijk kunnen gesteld worden. Er zijn meerdere kandidaten: roken, stress op de werkvloer, verminderde zonlichtblootstelling, later of minder kinderen krijgen, veranderingen in het milieu.
MS verloopt anders bij vrouwen dan bij mannen
Vergeleken met mannen, doen vrouwen met MS er gemiddeld langer over om een zekere invaliditeit te ontwikkelen, tenminste indien gerekend wordt vanaf het begin van de ziekte. Dat heeft wellicht vooral te maken met de vorm van MS die zij hebben. Als men kijkt naar de leeftijd waarop een zekere invaliditeit wordt ontwikkeld, dan is er geen duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen. Eenmaal een zekere invaliditeit en de middelbare leeftijd bereikt, lijken de zogenaamd beschermende effecten van het vrouw zijn, weg te vallen. In deze context lijkt het meest logisch om te denken dat er hormonale factoren in het spel zijn.
Vrouwen met MS worden zwanger en krijgen kinderen
Uit de resultaten van een eerder uitgevoerde Europese studie waarbij 227 zwangere vrouwen met MS gevolgd werden tot 2 jaar na de bevalling, blijkt het aantal MS opflakkeringen te verminderen tijdens de zwangerschap. Tijdens het derde trimester van de zwangerschap is deze afname het duidelijkst. Tijdens de drie eerste maanden na de bevalling is er dan weer een verhoogd risico op een opflakkering. Toch kent de meerderheid (72%) van de vrouwen geen MS opflakkering in die periode. Vrouwen met een recent-actieve MS lijken meer kans te lopen op een opflakkering in de drie eerste maanden na de bevalling. In de maanden die daarop volgen is er geen significant verschil wanneer vergeleken wordt met de toestand voor de zwangerschap. Om deze effecten te verklaren worden hormonale fluctuaties ingeroepen, evenals veranderingen in het afweersysteem.
Effecten van zwangerschap en het krijgen van kinderen op langere termijn
Of zwangerschap een effect heeft op het verloop van MS op lange termijn, blijft onduidelijk. Verschillende studies, ook in het MS centrum te Melsbroek, vonden dat vrouwen met MS die kinderen krijgen na het begin van MS er enkele jaren langer over deden eer zij hulp moesten inschakelen om te stappen dan vrouwen met MS die geen kinderen kregen. Deze resultaten dienen met omzichtigheid benaderd te worden, aangezien het mogelijk is dat enkel de vrouwen met een milde vorm van MS kiezen voor zwangerschap. Volgens een Nederlandse studie heeft het krijgen van kinderen geen invloed op het risico om secundaire progressie te ontwikkelen.
De voorbije jaren hebben enkele studies een verband gevonden tussen zwangerschap en een verminderd risico op het ontstaan van MS. Afhankelijk van de studie, leek dit effect enkele jaren aan te houden of blijvend te zijn.
Uitdagingen voor de toekomst
Op basis van de toegelichte bevindingen, lijkt het erop dat zwangerschap een beschermend effect heeft bij MS. Verder onderzoek hiernaar kan bijdragen tot nieuwe inzichten.
Nu de diagnose vroeger wordt gesteld, wordt ook vroeger gestart met een MS behandeling om de aanvalsfrequentie te verminderen. In principe is het aangewezen om hiermee te stoppen voor de zwangerschap, omdat er onvoldoende gegevens bekend zijn over de eventuele nefaste gevolgen van voor het ongeboren kind.
Het BELTRIMS register is een initiatief van de BSGMS, dat de mogelijke effecten en neveneffecten van nieuwe MS behandelingen in kaart wil brengen. Hiermee wordt het ook mogelijk om informatie te verzamelen over het verloop van de zwangerschap bij personen met MS die al dan niet een MS behandeling hebben.
Prof. Marie B. D’hooghe, MS Center, Melsbroek - Center for Neurosciences, Vrije Universiteit Brussel