MS treft meer vrouwen dan mannen
Tot in de jaren ’50 ging men ervan uit dat er evenveel mannen als vrouwen door de ziekte werden getroffen. Volgens een studie van 1977 bestond er een verhouding van 1,4 vrouwen tegen 1 man. In 2006 toonde een Canadese studie evenwel aan dat er een verhouding van 3,2 vrouwen met de ziekte tegenover 1 man bestond in de leeftijdsgroep geboren tussen 1976 en 1980. De oorzaken van deze specifieke toename bij de vrouw zijn niet gekend. Ze hebben te maken met omgevingsfactoren en niet met genetische vatbaarheidsfactoren. Orale contraceptiva lijken evenwel niet aan de basis te liggen, zoals dr. B. Willekens in deze nieuwsbrief aantoont.
Bij andere auto-immuunziekten, zoals lupus erythematosus en reumatoïde polyartritis, stellen we eveneens een overwicht van vrouwen vast. Deze aandoeningen en MS hebben trouwens gemeenschappelijke vatbaarheidsgenen, net als de ziekte van Crohn, psoriasis, juveniele diabetes… Nochtans verschillen de mechanismen, althans gedeeltelijk. Bij zwangerschappen stellen we bijvoorbeeld een verergering van lupus erythematosus vast, in tegenstelling tot wat wordt waargenomen bij MS, zoals hier door dr. M.B. D’hooghe wordt toegelicht.
Juveniele vormen
Bij al deze auto-immuunziekten bestaan er juveniele vormen die opduiken vóór de leeftijd van 18 jaar. Omdat het heel moeilijk is het echte begin van MS bij volwassenen te bepalen, vermits er op het moment van de eerste klinische opflakkering al vele jaren verborgen laesies kunnen bestaan, ging veel aandacht naar het onderzoek van de juveniele vormen: bij deze vormen mag men immers hopen heel dicht bij het reële begin van de aandoening te staan. Tot nog toe heeft het onderzoek van de juveniele vormen evenwel nog geen ontegensprekelijke argumenten aangedragen dat omgevings- of immunologische factoren aan de basis van de ziekte zouden liggen.
Het belang van de juveniele vormen van MS wordt pas sinds kort erkend. Zoals bij alle andere vormen staan ook hier de strijd tegen de ziekte en de bescherming van de hersenen voorop, des te meer omdat het gaat om jonge hersenen in volle opbouw.
Professor Christian Sindic, Voorzitter