MS is een chronische ziekte die ongeveer 13.000 Belgen treft. Ze zorgt voor meervoudige en diffuse ontstekingsletsels in de hersenen en het ruggenmerg. De precieze oorzaken ervan blijven onbekend, maar er zijn zowel genetische vatbaarheidselementen als omgevingsfactoren bij betrokken. Een infectie met het EBV wordt wel steeds meer beschouwd als een noodzakelijke voorwaarde voor de ontwikkeling van de ziekte. MS zou namelijk een zeer zeldzame en late complicatie van een EBV-infectie kunnen zijn bij genetisch vatbare personen.
Dat omhulsel van myeline is een supermembraan dat de ultrasnelle geleiding van zenuwimpulsen mogelijk maakt. De vernietiging van die myelineomhulsels vindt plaats in duidelijk afgebakende plaques in zowel de hersenen als het ruggenmerg. Zenuwimpulsen worden er ernstig vertraagd of zelfs geblokkeerd. Wanneer zenuwvezels die bescherming niet meer hebben, kunnen ze degenereren, wat leidt tot een algemene atrofie van de hersenen. Remyelinisatie van die letsels is daarom van cruciaal belang om de verminderde neurologische functies te herstellen.
De aanwezigheid van ‘schaduwplaques’ (shadow plaques) is een teken van hoop.
Het gaat om letsels waar de remyelinisatie spontaan is verlopen door het intrinsieke herstelvermogen van de hersenen. Die nieuwe myelineomhulsels blijven wel dunner dan normaal, maar zorgen ervoor dat zenuwimpulsen opnieuw op een bijna normale manier kunnen worden doorgegeven. Helaas varieert die remyelinisatie sterk per persoon en zelfs per deel van de hersenen. Wij weten op dit moment niet waarom dat spontane verschijnsel zo veranderlijk is in frequentie, intensiteit en locatie. Alleen al de mogelijkheid van remyelinisatie in volwassen hersenen leidt tot veel onderzoek op dit gebied.
Professor Christian Sindic, voorzitter