- Ons eerste therapeutisch doel is het optreden van de ziekte te voorkomen, door een beter begrip van de genetische vatbaarheidsfactoren en van de omgevingsfactoren die ook nodig zijn om de ziekte te doen uitbreken. Genetische studies verschaffen ons meer inzicht in de mechanismen van de ziekte, afhankelijk van de betrokken genen. Wat omgevingsfactoren betreft, krijgt de besmetting met het epstein-barrvirus momenteel de meeste aandacht van de onderzoekers, die willen begrijpen hoe ze het immuunsysteem wijzigt bij personen met aanleg voor MS.
- Ons tweede therapeutisch doel is ziekteopflakkeringen te voorkomen, veroorzaakt door de invasie van het centrale zenuwstelsel door immuuncellen uit het bloed. Welke immuuncellen zijn dat? Wat zijn hun kenmerken? Welke factoren veroorzaken hun activering en hun proliferatie? We beschikken over steeds krachtigere geneesmiddelen om opstoten te voorkomen, maar hun werkingsmechanisme is niet altijd volledig gekend en hun doelwitten zijn waarschijnlijk nog niet voldoende specifiek voor MS.
- Ons derde therapeutisch doel bestaat erin de voortschrijding van de ziekte te verhinderen, zelfs wanneer er geen opstoten zijn. In het centrale zenuwstelsel zelf is immers een hardnekkige ontsteking ontstaan die tot de degeneratie van zenuwvezels en het afsterven van zenuwcellen leidt. Daarom is een betere kennis vereist van de cellen die verantwoordelijk zijn voor deze chronische ontsteking, en moeten we ze kunnen inactiveren met geneesmiddelen die door de bloed-hersenbarrière in het zenuwstelsel kunnen dringen.
- Ons vierde doel is het herstellen van de bestaande laesies, en dus het begrijpen en kwantificeren van de demyelinisatie- en remyelinisatiemechanismen, het stimuleren van dat laatste mechanisme, meer in het bijzonder het stimuleren van de oligodendrocyten en hun precursoren die verantwoordelijk zijn voor de synthese van myeline. Dat is meteen het onderwerp van de drie artikels in deze nieuwsbrief van de Stichting. Download Nieuwsbrief 53.
Zoals u vast hebt begrepen, zijn deze therapeutische doelstellingen steeds duidelijker afgebakend. Om ze te bereiken, zullen echter nog vele analyses nodig zijn, evenals een betere kennis van de complexe mechanismen die verantwoordelijk zijn voor de ziekte. Daarom blijft fundamenteel en translationeel onderzoek zo belangrijk en kan het in ons land enkel ten volle worden gevoerd met de hulp, de steun van al onze donateurs en donatrices.
Prof. Em. Christian Sindic