Een aanzienlijke toename van het aantal projecten en dus een grote impact op de kennis over MS
In de periode 2018 - 2022 heeft de Charcot Stichting 47 onderzoeksprojecten financieel ondersteund, terwijl dat in de voorgaande periode 2013 - 2017 slechts 30 projecten waren.
Een verbreding en verdieping van verschillende benaderingen in onderzoek
- Een derde van deze projecten, d.w.z. 15 projecten, heeft betrekking op de immunopathologie van multiple sclerose. Het gaat hierbij om onderzoek naar B-lymfocyten (3 projecten), T-lymfocyten (4 projecten), neutrofielen (1 project), natuurlijke killercellen (1 project), en vooral macrofagen en microglia in het centrale zenuwstelsel (6 projecten).
- 17 projecten zijn gericht op ziektemechanismen en potentiële markers van ziekteactiviteit. Zij onderzoeken genetische vatbaarheidsfactoren, DNA-veranderingen, de aanwezigheid van extracellulaire blaasjes, protease-werking, de rol van het intestinale microbioom, specifieke ontsteking in de hippocampus (het geheugengebied van de hersenen), de pathologische accumulatie van vetzuren, en het meten van verstoring van de bloed-hersenbarrière.
- 12 projecten hebben een therapeutisch doel. Zij omvatten de studie van remmers van ferroptose, d.w.z. celdood als gevolg van ijzerstapeling, de studie van remyelinisatie door nanodeeltjes die trofische factoren leveren, de rol van dendritische cellen die tolerant zijn gemaakt voor eiwitten in de hersenen, de immuungevolgen van anti-CD20-behandeling, de immuuneffecten van autologe hematopoëtische mergtransplantaties, de specifieke activering van regulatoire T-lymfocyten, het gebruik van T-lymfocyten die na genetische modificatie ontstekingsremmende moleculen afscheiden.
- Ten slotte zijn twee projecten gericht op de revalidatie van symptomatische patiënten, en één op de potentiële rol van het Epstein-Barr-virus als trigger van multiple sclerose.
Wat is de volgende stap?
De oproep voor projecten 2023 is begonnen en de laureaten zullen begin 2023 worden bekendgemaakt. De papers die met de subsidies van 2021 en 2022 zijn gefinancierd, zullen in 2023, 2024 en zelfs later worden gepubliceerd.
Wij zijn niet in staat - en niemand is dat - om te bepalen welk onderzoek de meeste kans maakt om tot doeltreffende nieuwe behandelingen te leiden. Wij moeten de “ondernemings- vrijheid” van onderzoekers ondersteunen, en het is te verwachten dat sommige projecten niet de verwachte resultaten zullen opleveren, terwijl andere wel succesvol zullen zijn. Waar het om gaat, is dat er een corpus van kennis over de ziekte wordt opgebouwd.