Online gift

Heeft zwangerschap invloed op de ontwikkeling van MS?

In 1998 werd het baanbrekende onderzoek van Prof. Christian Confavreux en de PRIMS-studiegroep naar zwangerschapsgerelateerde terugval bij MS gepubliceerd. Sindsdien werden verscheidene andere onderzoeken uitgevoerd naar de invloed van zwangerschap op het ziekteverloop van MS. De conclusies van deze vrij recente cohortstudies zijn sindsdien niet significant veranderd.

Het staat vast dat het recidiefpercentage vooral afneemt in het derde zwangerschapstrimester, maar toeneemt in de eerste drie maanden na de bevalling. Daarna keert het terug naar het niveau van voor de zwangerschap.

In 2004 bleek uit de PRIMS-cohortstudie dat ziekteactiviteit in het jaar voor de zwangerschap en tijdens de zwangerschap een risicofactor is voor terugval na de bevalling. Ondanks het verhoogde risico had bijna driekwart van de vrouwen geen klinische terugval na de bevalling.

Een recent uitgevoerde meta-analyse onderzocht het verband tussen zwangerschap en terugval bij MS in 11 cohortstudies van 2739 zwangerschappen. Er werd een significant verhoogd recidiefpercentage aangetoond in de eerste zes maanden na de bevalling, in vergelijking met het percentage vóór de zwangerschap. De incidentieratio (IRR) verdubbelde bijna in de eerste drie maanden na de bevalling (1,87, 95% BI 1,40 tot 2,50). De analyse van mogelijke risicofactoren deed vermoeden dat ziektemodificerende therapie (DMT, disease modifying therapy) vóór de zwangerschap (IRR voor zeer effectieve DMT’s 2,76, 95% BI 1,34 tot 5,69) en exclusieve borstvoeding (risicoratio 0,39, 95% BI 0,18 tot 0,86) het recidiefrisico na de bevalling significant beïnvloedden.

Bij eerdere studies werd geen MRI van de hersenen meegenomen in de resultaten. Een recent onderzoek in de Verenigde Staten meldde een significante associatie tussen actieve ontsteking op de MRI en de ziekteactiviteit. Van de zeventig zwangerschappen waarvoor gekoppelde MRI’s van de hersenen beschikbaar waren, vertoonde 53% nieuwe T2- en/of Gd+-laesies na de bevalling, tegenover 32% vóór de zwangerschap (p < 0,001). Klinische recidieven na de bevalling waren geassocieerd met Gd+-laesies (p < 0,001). Bij 31% van de patiënten zonder klinische ziekteactiviteit na de bevalling vertoonde de MRI van de hersenen echter nieuwe T2- en/of Gd+-laesies.

We kunnen bijgevolg concluderen dat het verhoogde risico op terugval na de bevalling en de toename van inflammatoire ziekteactiviteit op de MRI duidelijk werden vastgesteld.

Er blijft echter discussie bestaan over de langetermijneffecten van zwangerschap op het ziekteverloop van MS. Eerdere studies suggereerden namelijk dat zwangerschap een beschermend effect heeft op MS: bij vrouwen die ten minste één zwangerschap hadden, nam de invaliditeit langzamer toe. Deze resultaten werden echter in twijfel getrokken door recente onderzoeken.

 Het is geruststellend dat zwangerschap geen invloed heeft op de ziekteprogressie op lange termijn.

In de context van de bekende Barcelona CIS-cohortstudie (klinisch geïsoleerd syndroom) werd een cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd om reproductieve informatie te verzamelen bij 501 vrouwelijke deelnemers. Uit de multivariabele en tijdsafhankelijke benadering bleek dat menarche, zwangerschap of borstvoeding geen substantiële wijziging veroorzaken in het risico op klinisch definitieve MS of de toename van invaliditeit. De bevinding dat zwangerschap geen invloed heeft op de toename van invaliditeit op lange termijn, werd bevestigd door het nationale Deense MS-register. Hierin werden 425 vrouwen die al een bevalling hadden, vergeleken met 840 vrouwen die nog niet waren bevallen. De tijd tot het bereiken van EDSS 4 of 6 werd niet beïnvloed door een zwangerschap.

Recente cohortstudies bevestigen de eerdere bevindingen van een verhoogd risico op terugval na de bevalling. Het is geruststellend dat zwangerschap geen invloed heeft op de ziekteprogressie op lange termijn.

Deze informatie kan nuttig zijn bij de begeleiding van vrouwen met MS die een zwangerschapswens hebben.

Dr. Barbara Willekens, UZA, Antwerpen

De referenties van alle vermelde studies in deze nieuwsbrief zijn op aanvraag verkrijgbaar bij de Charcot Stichting: info@charcot-stichting.org
© Fondation Charcot Stichting - 2023